Concreet komt het erop neer dat er nieuwe nomenclatuurcodes (pseudocodes) komen waarmee artsen supplementen kunnen verduidelijken.
De supplementen vallen in 4 grote categorieën:
- Supplementen op vergoedbare codes (intellectuele meerinspanning, directe of indirecte kost aan verstrekking of supplement zonder duiding) (Categorie 1)
- Verstrekking is vergoedbaar maar er is niet voldaan aan de criteria om vergoed te worden aan deze patiënt (bv extra technisch onderzoek dat maar x keer per jaar mag geattesteerd worden) (Categorie 2)
- Verstrekking is niet vergoedbaar / niet terug te vinden in de nomenclatuur (bv bepaalde lenzen voor oogartsen die niet zijn opgenomen als terugbetaalbaar) (Categorie 3)
- Gebruik van hulpmiddelen, materialen of instrumenten (categorie 4)
De software moet dus aangepast worden om deze codes op de juiste manier te kunnen toevoegen en de supplementen te kunnen duiden.
Categorie 1 worden gezien als statistische records en zijn niet verplicht.
Er is een verplichting voor artsen om dit toe te voegen vanaf 1/10 ZODRA hun software er klaar voor is.
Een eerste deadline die wij zien is echter 1/1/2025: Vanaf dan wordt het voor een bepaalde groep van patiënten niet meer toegestaan om ereloonsupplementen aan te leveren. Hoe wij het echter begrijpen heeft dit dus betrekking op de supplementen van categorie 1.
Facturatie na 1/1/2025 met supplementen en zonder vermelding van de codes uit categorie 2, 3 of 4 voor deze patiënten zal niet meer toegestaan zijn.
(bron: Mediportal)
Zie ook:
Riziv/Inami richtlijnen